image

Politie vraagt bezoekers STIL zonder reden om ID


Woensdagochtend, tegen 12 uur. Het altijd drukke medisch spreekuur bij STIL loopt op zijn eind. Twee cliënten verlaten de wachtkamer om voor de deur een sjekkie te roken. Nog voordat die goed en wel op is, komt de baliemedewerker het kantoor binnen lopen: “er staat politie voor de deur!”.

Buiten staat een agent met een medische brief van één van de cliënten in zijn hand. De agent is alleen. Zijn auto, een reguliere personenauto, staat geparkeerd op het kruispunt met de deur open. Ik vraag de agent wat er aan de hand is.

“Ik vraag deze heren om hun ID”.

Dat had ik door uiteraard. “Waarom?” Is dus mijn volgende vraag.

“Omdat ze hier buiten onder een afdakje staan te hangen”, is het antwoord.

Mijn woede stijgt. “Dat lijkt me niet voldoende om iemand om ID te vragen, worden de heren ook ergens van verdacht?”

“Ja, ze staan hier buiten te hangen. Maar ik praat niet met u mevrouw, ik praat met deze meneer”.  

Ik zal jullie niet vermoeien met de rest van het verhaal. Dat doet ook er ook niet toe. Het gaat er om dat dit begin nooit plaats had mogen vinden.

Allereerst is het natuurlijk ongehoord dat iemand zich moet identificeren omdat ‘ie een sigaretje staat te roken buiten. Als ik als witte vrouw voor de deur zou staan te roken, had meneer agent echt zijn auto niet midden op het kruispunt stil gezet om mij om mijn papieren te vragen.

Op zich zelf is dit dus al kwalijk genoeg. Wat het echter nog veel pijnlijker maakt, is dat STIL mensen kan helpen aanspraak te maken op hun rechten, bij de gratie dat zij zich veilig voelen hier te komen. Wij kunnen alleen ons werk doen als we er op kunnen vertrouwen dat de politie hier niet zomaar te pas en te onpas mensen op komt pakken. Situaties als deze dragen daar natuurlijk niet aan bij.